Ka mokupuni makani - Reisverslag uit Kīhei, Verenigde Staten van Annemiek Kamphuis - WaarBenJij.nu Ka mokupuni makani - Reisverslag uit Kīhei, Verenigde Staten van Annemiek Kamphuis - WaarBenJij.nu

Ka mokupuni makani

Door: Annemiek

Blijf op de hoogte en volg Annemiek

11 Maart 2015 | Verenigde Staten, Kīhei

Vanwege de sneeuw zijn we alweer een paar weken geleden extra vroeg op vakantie gegaan. Er was genoeg gevallen dat je wel langzaamrijdend verkeer kon verwachten, en we wilden natuurlijk wel op tijd op het vliegveld zijn! Uiteindelijk viel dat allemaal goed mee, en konden we beginnen aan onze eerste vlucht, van Denver naar Salt Lake City. Vanaf daar ging het verder naar Seattle, en daar kregen we toen we in gingen stappen een erg leuke verrassing! Want net toen we aan kwamen lopen riepen ze onze namen om, en eenmaal bij de balie was er de mededeling dat we een upgrade naar Eerste Klas hadden gekregen! We wisten helemaal niet dat ze dat deden voor vluchten naar Hawai’i, lucky us! Eenmaal ingestapt kregen we een mai tai met ananas, een kers, en een parapluutje erin, een erg goede manier om aan onze vakantie te beginnen!
Een erg relaxte vlucht later (ik heb nog nooit zo goed geslapen in het vliegtuig) landden we op Maui. We zijn onze tank van een huurauto op gaan halen, een enorme Jeep, en met een paar stops voor boodschappen zijn we naar ons hotel in Kihei gereden en in bed gevallen, want voor ons gevoel was het ondertussen midden in de nacht!

De volgende ochtend zijn we begonnen buiten te ontbijten met uitzicht over palmbomen, bloeiende struiken en Haleakala (uit te spreken als haa-lee--aa-kuh-laa). We hadden het geluk een kamer te hebben aan de kant van het hotel die uitkijkt over een stuk onbebouwde grond en de vulkaan in plaats van de parkeergarage. Helaas voor ons werden net die dag de palmbomen gesnoeid, dus daar ging de schaduw! En natuurlijk zijn we naar het strand gegaan! En wel naar ‘Ahihi Cove om te gaan snorkelen. We zijn er via de kustweg naartoe gereden, tussen het groen, palmen, struiken vol met bloemen en een paar golfbanen :-). ‘Ahihi Cove heeft een kiezelstrand, maar we kwamen tenslotte om te snorkelen, en dat blijft leuk! Er was veel groen en paars koraal, vissen om naar te kijken en zelfs een ontzettend grote aal!

Na het snorkelen van de eerste dag wilden we een dag later gaan body boarden, en daar dachten we een goed strandje gevonden te hebben aan de noordkust. Op weg er naartoe kwamen we langs velden en velden suikerriet, en ook de fabriek waar ze dat verwerken. Mijn reisgids noemde dat gebouw het lelijkste ding op het eiland, en daar konden ze weleens gelijk in hebben Eenmaal op het strad waren de golven daar te klein en de wind een beetje te hard (en het kan hier –waaien- hebben we ondertussen wel gemerkt!), en dus zijn we verhuisd naar Po’olenalena Beach, waar we eerst een beetje gebodyboard hebben, en daarna nog hebben gesnorkeld (Danko, die de grootste schildpad ooit zag) en op het strand gelegen (ik, met een dik boek :-)).

Nadat we een paar dagen redelijk in de buurt van ons hotel waren gebleven hebben we eens een plekje iets verderweg uitgezocht. Er zijn maar een paar stranden aan de zuidkust, en Nu’u Bay leek ons wel een goede keus. Het was even rijden omdat we eerst naar het noorden moesten zodat we de weg naar het zuiden konden nemen die eerst een stuk de vulkaan op gaat, maar het was erg mooi zo iets hoger op de berg, hartstikke groen, en met mooie uitzichten op West-Maui. Sommige stukken leken wel een jungle, op andere plekken was zo ongeveer alles bedekt door één of ander soort klimop, en later veranderde dat in glooiende met gras bedekte heuvels met zo her en der een paar flinke canyons erin. Dat met de donkere wolken op de achtergrond was een erg mooi gezicht!
Om bij het strand te komen moesten we een klein, rotsig karrespoor in, en toen was het erg handig om een vierwielaangedreven auto te hebben die enigszins voor dat soort weggetjes bedoeld is! We hebben onze auto aan het eind van het weggetje geparkeerd, waar ons prompt door een man met zo’n piratendoekje voor zijn oog aangeboden werd om zijn joint te delen, haha! We hebben er hartelijk voor bedankt (liever niet, zeg!) en zijn naar het strand gelopen. Dit was voornamelijk een keienstrand, en omdat de lavastenen daar licht genoeg zijn om mee te bewegen met de golven gaf dat een heel apart geluid elke keer als een golf tegen het strand sloeg en er weer af rolde.
En het was ons eerste strand met zwart zand! En dat heeft toch wel een nadeel dat we wel van tevoren hadden kunnen bedenken, want zwart zand en gesteente wordt natuurlijk hartstikke heet in de zon! Het was dus een geval van met flippers aan het water inlopen (niet handig), tussen de met het water meebewegende keien (ook niet zo handig). En helaas voor ons viel er niet al teveel te snorkelen, al waren er wel heel wat zeesterren te zien. We hebben het dus bij een klein stukje zwemmen gehouden, en daarna hebben we nog lekker even op het strand gezeten totdat de donkere wolken ons bereikt hadden en het begon te regenen. Een goed moment om te vertrekken!

De volgende dag zijn we naar Big Beach in Makena State Park geweest. Daar hebben we opnieuw een beetje gesnorkeld, richting Little Beach (de hippies konden ooit de officiële namen van deze stranden niet onthouden :-D), en verder voornamelijk geluierd. Er hoeft per slot van rekening niet de hele tijd gezwommen te worden als je naar het strand gaat!


Na een week op Maui wilden we eigenlijk wel een stukje van West-Maui gaan bekijken, maar omdat we daar een flinke regenbui konden zien hangen werd onze bestemming Makena Landing Park, een baai niet al te ver van een ‘turtle town’, een plek waar veel schildpadden zitten. Inderdaad zagen we ongeveer zodra we het water in waren al meerdere schildpadden, die blijf ik leuk vinden om te zien! We zijn er even naar blijven kijken en daarna zijn we nog een stukje de baai uitgezwommen. Alleen werd het water steeds minder kalm naarmate we verder uit de beschutting van de baai kwamen, en dus zijn we naar een tijdje weer omgedraaid. We hebben wel nog een ander groot iets bekeken, en wel een stel duikers die een stuk onder ons zwommen, met het bijbehorende spoor grote luchtbellen :-).

Zoveel dagen, zoveel verschillende stranden, en nadat we bij het ontbijt over flink wat stranden op West-Maui gelezen hadden besloten we uiteindelijk om toch weer in de buurt van Kihei te blijven. Deze keer wilden we naar Chang’s Beach, maar ‘strand’ was daar een beetje een te groot woord voor. We zijn opgeschoven naar het strand ernaast, en zo kwamen we uit op het andere uiteinde van Po’olenalena Beach. En dit was de betere helft! Lang niet zo druk en, veel belangrijker, was het snorkelen hier ook veel beter. Hele rotsen vol met allerlei soorten koraal dat er prompt nog mooier uitzag als de zon achter de wolken vandaan kwam, een paar schildpadden om achteraan te zwemmen, en we konden walvissen horen zingen :-). Al snorkelend kwamen we ook voorbij Chang’s Beach, dus hadden we het koraal daar alsnog ook gezien. Na het zwemmen waren de wolken verdwenen en konden we lekker in de zon liggen, en vanaf het strand konden we een walvis zien die maar bleef springen, erg gaaf!


Na al het snorkelen wilden we ook wel weer een dagje gaan body boarden, en daar zijn we voor naar D.T. Fleming Beach park gegaan. Dit strand is aan de westkust van West-Maui, en dus zagen we dan ook eens een beetje van dat stuk van het eiland. De weg loopt daar langs de kust, dus we hadden de zee met uitzicht op Lana’i aan de ene kant, en de vulkaan aan de andere kant. Het eerste stuk was redelijk dor, maar hoe verder noordelijk we kwamen, hoe groener het werd. Het strand had zelfs schaduw van dennebomen, en een mooi uitzicht op Moloka’i. En er stonden flinke golven, prima geschikt om te body boarden! Het was mij eigenlijk net te wild, ik heb het niet zo op golven die hoger zijn dan jezelf, maar Danko heeft zich erg goed vermaakt! Aan het eind van de middag leek de zee iets kalmer te worden en heb ik ook nog een paar golven weten mee te pikken :-).
Op de terugweg naar Kihei zijn we nog even door Lahaina gereden, waarvan de reisgids zei dat het zo’n leuk centrum heeft. Wij vonden het voornamelijk erg toeristisch (en het kon wat ons betreft bijna net zo goed Key West of Estes Park geweest zijn), maar we zijn wel even gestopt bij het Banyan Court Park. Dat hele park bestaat uit één enorme banyanboom die zich vanuit het midden in alle richtingen verspreid heeft en overal nieuwe ‘wortels’ (net zo dik als boomstammen) heeft gemaakt. Heel apart!

Omdat we redelijk laat van het body board-strand weggingen was het te laat om het rondje om West-Maui helemaal te rijden, en dat hebben we een dag later en beginnend van de andere kant gedaan. Als eerste zijn we ‘Iao Valley ingereden, een erg nauwe vallei die de krater van de West-Maui-vulkaan inloopt. Erg groen, erg steile rotswanden, en erg leuk om even te stoppen en doorheen te lopen. Daarna hebben we het erg kronkelige en bij tijden erg smalle weggetje langs de noordkant van West-Maui gereden, erg leuk was dat! Het eiland is aan de noordkust dichtbegroeid en jungle-achtig en we hadden allerlei uitzichten over de kust, met grote kliffen en al. Erg mooi! We zijn even gestopt om wat natuurlijke getijdenzwembadjes en een blaasgat aan de kust te bekijken en daarna zijn we naar Honolua Bay gereden om te snorkelen. Deze baai is een beschermd gebied en we vonden een paar stukjes mooi koraal met heel veel vissen. Het gaf zeg maar een goede indruk van dat wat we niet konden zien, want door de regen van de dagen ervoor en de de grotere golven was op de meeste plekken te troebel om veel te zien.

De volgende dag werden we wakker met regen, en dat is het de hele dag blijven doen. Ook niet erg, het was een mooie gelegenheid om een dagje niks te doen! We zijn wel aan het eind van de middag nog naar het eind van de kustweg onder Makena gereden, door een lavaveld dat eruit zag alsof de grond daar net omgeploegd was. Het blijft een apart gezicht, al dat zwarte gesteente!


Eén van de dingen die nog op mijn te-zien-lijstje stond was Haleakala National Park, dus daar zijn we een dag later naartoe gereden. Mijn reisgids had het over de mooie uitzichten, maar alles wat we gezien hebben is mist en meer mist, en regen en meer regen. Dat was wel een beetje een teleurstelling! Sta je (eindelijk) bovenop de berg nadat je het hele stuk omhoog bent gereden achter (te) langzaam rijdend verkeer, en dan is er gewoon helemaal niks te zien! Nogal overrichterzake zijn we dus maar weer teruggereden naar Kihei. We hebben onze strandspullen opgehaald en zijn naar Palauea Beach gegaan. Daar was het zonnig, we hebben nog even erg leuk gesnorkeld en daarna lekker op het strand gelegen. Op een gegeven moment kwam er iemand aan met een emmer en een paar grote zakken vol met plantjes en bloemen, die ze in een cirkel in het zand stak, waarna ze weer wegging. Wij dachten toen “Euh..?” en zijn weer verder gegaan met in de zon liggen. Een poosje later kwam er een man bij het cirkeltje staan, nog weer later gevolgd door iemand met een groot fototoestel en een bruidje in een witte jurk. Oftewel: trouwerij op het strand! We hebben ons wel verbaasd dat het bruidspaar in hun eentje was, want behalve de trouwambtenaar en iemand waarvan Danko dacht dat ze bij het bruidspaar hoorde maar die ik had ingeschat als wedding planner was er verder niemand bij. Dat vonden we wel een beetje kaal!

Een dag later hebben we het weer wat dichter bij het hotel gezocht en zijn we gaan snorkelen vanaf Kama’ole Beach, tegenover ons hotel. We waren daarheen gelopen waar we uit de wind konden zitten, en min of meer per ongeluk zijn we dus gaan zwemmen rond Kama’ole Point. En daar was het mooi! Dat hadden we eigenlijk niet zo verwacht, en we hebben de grootste scholen vissen ooit gezien, heel veel koraal dat wel lijkt alsof het over oude ingestorte lavabuizen groeit en nog een kleine aal die zijn kop ergens tussenuit stak. ‘Natuurlijk’ hadden we net toen ons fototoestel niet bij ons!

De volgende dag was het weer beduidend frisser met een redelijk onstuimige wind, oftwel geen strandweer. We konden ’s ochtends vanaf ons balkon zien dat Haleakala boven de wolken uitstak, en toen dat zo bleef kwam Danko op het idee om daar dan nog maar eens omhoog te rijden. Wat een verschil met de eerste keer! Want waar we de vorige keer zo goed als niks konden zien hadden we mooie uitzichten over de vallei in het midden van het eiland, over Kaho’olawe en Molokini, en later over de wolken, toen we daar eenmaal boven waren. Hoe hoger we kwamen, hoe minder begroeiing, en we zijn in één keer doorgereden tot de top, waar we een supermooi uitzicht hadden op de krater. Het is eigenlijk een vallei met allerlei kleuren zand die van de zijkanten naar het midden ‘stromen’, en daarin een heleboel heuveltjes gevormd door losse uitbarstingen. Donkergrijs, geel, okerkleurig, donkerrood en oranje zand en gesteente afhankelijk van waar je kijkt, een heel mooi gezicht! Ik was erg blij dat we nog een poging gewaagd hebben!


Het laatste dat we nog niet gezien hadden was de weg naar Hana, dus daar hebben we de volgende dag een stukje van gereden. Niet zozeer omdat we naar Hana wilden, maar om de weg zelf. We hadden gehoopt dat het op zou houden met regenen tegen de tijd dat we de Hana highway bereikt hadden, maar toen het alleen maar natter werd zijn we omgedraaid.
Eergisteren hebben we nog een poging gedaan, en wat maakt het dan toch een verschil of het regent of niet! De weg naar Hana kronkelt met de contouren van het eiland mee langs de kust, het is er ongelooflijk groen en er is allerlei tropische begroeiing. Bloeiende bomen, bomen die zich over de hele breedte van de weg uitstrekken, bamboe op sommige stukken, en dat afgewisseld met uitzichten over baaitjes en watervallen. Na elke bocht is het anders, en de weg bestaat alleen maar uit bochten! We zijn af en toe gestopt om watervallen te bekijken, we zijn even naar de branding wezen kijken in Nahiku, en eenmaal in Hana zijn we naar een rood strand gelopen. Dat was een erg apart gezicht!
En toen moesten we nog weer helemaal terug naar Kihei, wat we via de zuidkant van het eiland gedaan hebben, en dat was nog een flink eind.

Gisteren was het weer zonnig en onbewolkt, oftwel: stranddag! We zijn nog een keer lekker makkelijk gaan snorkelen vanaf Kama’ole Beach, en dat was nog mooier dan de vorige keer want het water was nu veel helderder. We hebben ontzettend veel vissen gezien, een mooi gespikkelde kleine aal en zoveel schildpadden dat ik zelfs de tel kwijtgeraakt ben! Daarna hebben we nog heerlijk op het strand gelegen, en onze redelijk vroege reservering bij een restaurant even in de wind geslagen want we hadden nog geen zin om van onze handdoeken te komen :-).

En vandaag is alweer onze laatste dag op Maui! Heel toepasselijk regent het dat het giet, en dan is het niet zo erg om terug naar huis te gaan. Volgens de voorspelling nemen we het mooie weer met ons mee. Het zou wel ideaal zijn als het echt zo zou zijn dat de winter voorbij is thuis. In de tijd dat we op vakantie waren hebben we een recordhoeveelheid sneeuw gemist, en dat vinden we helemaal niet erg!

  • 12 Maart 2015 - 22:56

    Mam.:

    Hallo Annemiek!

    Nou, daar moest ik echt even voor gaan zitten:-)
    Inderdaad veel tekst, maar daar blijkt ook uit hoe mooi Maui is.
    Wat betekenen de woorden boven dit verslag?
    Prachtige foto waarop jij tussen die weelderige begroeiing bij een waterval staat!

    Liefs, Mam.

  • 13 Maart 2015 - 03:36

    Annemiek Kamphuis:

    Het werd een iets langer verhaal dan ik gedacht had, maar uiteindelijk wilde ik het toch niet inkorten. De titel betekent ongeveer 'het eiland met veel wind', want dat vond ik wel toepasselijk.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Annemiek

Actief sinds 08 Aug. 2006
Verslag gelezen: 519
Totaal aantal bezoekers 239429

Voorgaande reizen:

04 Mei 2005 - 30 November -0001

Wonen in Colorado

Landen bezocht: